Siem Reap

8 maart 2023 - Siem Reap, Cambodja

Met de minibus naar het westen van het land. Naar Siem Reap, waar de oude Khmer ooit een waanzinnig mooie hoofdstad had. Het kan twee kanten op gaan de komende dagen; het wordt fantastisch met een prachtige oude stad om te ontdekken of het is een toeristische nachtmerrie. Hoe dan ook, als je in Cambodja bent, dan moet je hier toch echt even geweest zijn. Uit voorzorg boek ik een hotel voor slechts 2 nachten. Waarschijnlijk pak ik een nachtbus de stad uit dus dat geeft mij twee volle dagen om eea te ontdekken. Natuurlijk duurt de reis naar de stad toe langer dan vooraf aangegeven. Uiteindelijk dik 6uur in de bus, tegenover 4-4,5uur door de touroperators. Rekening mee gehouden gelukkig, opgeladen koptelefoon om lekker veel muziek te kunnen luisteren onderweg. In de loop van deze reis heb ik de grappige ontdekking gedaan dat reizen in een bus mij moe maakt. Sinds Borneo heb ik nog geen enkele busreis gehad waarbij ik niet een beetje ben weggesukkeld onderweg. Mijn lichaam gaat ook spontaan over op standje ogen-dicht-en-ontspan-u-maar als we een uur onderweg zijn. Hoofd zwaar, ogen willen niet meer, doei. Ook deze keer heb ik niet zoveel meegekregen van het uitzicht. Nu we vooral over de snelweg rijden is het ook iets minder interessant. Snelwegen hier zijn niet zoals thuis. Het zijn vaak twee banen per rijrichting met erlangs allemaal woningen en bedrijven. Veel kruispunten, af en toe een stoplicht. Soms stukjes met landbouw tussendoor, het meeste is momenteel verdort of brak omdat het al even geen regenseizoen meer is. Het land hier is echter vrij vlak, dus vergezichten en bijzonder uitzicht op een bijzondere vallei is er niet heel erg. Dat maakt het dan wat minder erg dat ik de halve route met ogen gesloten heb doorgebracht. Als ik wel naar buiten kijk, zie ik hetzelfde als hierboven benoemd. Einde van de middag kom ik aan in Siem Reap, op de grote doorgaande straat van de stad. Het is overal een drukte van belang, flink veel verkeer en meteen duiken er verschillende tuktuk chauffeurs op ons af in de hoop een ritje te scoren. Las online al de waarschuwingen dat men hier wat opdringeriger is en dat je vooral niet moet stoppen met lopen of een gesprek moet aangaan als je geen interesse hebt. Gelukkig heeft een andere busgenoot een goede onderhandeling gemaakt en vraagt mij om de tuktuk te delen. Mijn hotel ligt pal op de route dus ik ga akkoord. Koffer paste niet meer in de bus, die komt met de volgende vanuit PP mee en zal rechtstreeks naar mijn hotel gebracht worden in de avond. Das toch best lekker, scheelt mij weer sjouwen.

Het hotel wordt gerund door een Cambodjaanse familie en zij zijn uiterst vriendelijk bij het welkom. Het is een klein verblijf en ligt in een rustige zijstraat vlakbij de rivier. Bescheiden maar heerlijk zwembad en behoorlijk wat groen er omheen. Hier hoor je niet veel verkeer voorbij komen, het lijkt haast wel of het buiten de stad ligt. Krijg een flinke kamer toegewezen met lekker bed en eigen badkamer aan het einde van het terrein. Lekker rustig hoekje zo. Het is zo’n 10-15 minuten lopen naar de drukke binnenstad met een overkill aan restaurants, bars (met flikkerlampjes en harde muziek) en souvenirwinkels (lees: meukwinkels). Mocht ik er zin in hebben, dan is het maar een klein stukje lopen. En als ik er geen zin in heb, dan zoek ik iets in de buurt waar het wat rustiger is. Eet wat bij een zaakje om de hoek en wandel een beetje door de buurt heen. Veel locals, weinig toeristen. Op tijd naar bed, ondanks het dutten in de bus toch moe van de reis, en morgen fris en uitgerust met de fiets naar Ankor Historical Park.

Heb een ouderwetse schoolfiets met twee nog werkende versnellingen en een mandje voorop uitgekozen. Van een mountainbike krijg ik het binnen een halve dag aan mijn rug en met die smalle zadels kan ik aan het einde van de dag niet meer zitten. Dan maar wat trager, ik heb toch geen haast. Het historische park ligt zo’n 10km van het hotel af en is zelf behoorlijk van afmeting. Er zijn twee hoofdroutes die je kunt volgen, eentje van 12 en een van 26 kilometer. Ik heb de kaart goed bestudeert, weet waar ik mijn entree eerst moet kopen (6km voor een van de vele ingangen van het park, want handig) en leer weer aan de rechterkant van de weg te fietsen na twee maanden links te hebben mogen rijden. Goede oefening voor thuis in ieder geval. Vind al gauw een goed zaakje om te ontbijten: noedelsoep met allerlei lekkers erin. Krijg er zelfs een pot goede thee bij van het huis. Heb ik in ieder geval een bodem in de maag en genoeg vocht binnen voor het eerste deel van de reis. Speciaal voor de toeristen zijn hier langs de grotere wegen speciale fietspaden gemaakt. Deze liggen aan de parallel weggetjes van de hoofdweg met een enorme hoeveelheid drempels en veel te stijle randen bij iedere zijstraat waardoor de banden nauwelijks nog rond willen blijven. Het lijkt op het oog heel handig maar binnen 5 minuten heb ik tot tweemaal toe bijna een aanrijding met een auto en tussendoor is het constant uitkijken voor in en uitrijdende scooters en overstekende mensen die niet kijken of er iemand op het fietspad rijdt. Auto’s vinden dat zij ook op het fietspad mogen, zelfs in tegengestelde richting. Ik besluit dat ik nog iets langer wil leven, graag ook in goede gezondheid en zonder blauwe plekken of gips. Ga mooi terug de hoofdweg op en het is meteen veilig fietsen geblazen. Zelfs bij kruispunten krijg ik genoeg ruimte om af te slaan. Rechts aanhouden, beetje wapperen met je hand om richting aan te geven en waar mogelijk wat voorsorteren is genoeg om veilig weg te komen. Kies na het kopen van de entree een van de hoofdwegen naar het park toe. Redelijk druk en niet heel veel bomen langs de kant van de weg. Maar het is nog ochtend en de zon is nog niet zo heet dus het gaat prima. Vanwege de hoge prijzen van de toegangsbewijzen hebben mensen de afgelopen jaren massaal geprobeerd om gratis het park in te komen. Daar hebben ze mooi een stokje voor gestoken door op alle hoofdwegen een controlepost te zetten waar je verplicht moet stoppen om je entree (met pasfoto en voorzien van naam) moet tonen. Ook bij de tempels zelf en op de wegen tussendoor staan nog verschillende controleposten. De parkwachters zijn allemaal erg vriendelijk en sommigen voelen zich haast bezwaard om naar je toegangsbewijs te vragen. De mannelijke parkwachters vooral proberen een tourtje te verkopen op hun vrije dag zodat ze nog wat bij kunnen verdienen.

Ik ben een slechte klant zo blijkt, want op de fiets vind ik het eigenlijk wel lekker toeren in plaats van met een tuktuk op afgemeten tijden naar specifieke plekken te gaan. De meeste wegen hier zijn redelijk verstopt tussen het groen, er is veel schaduw. Als een tempel druk is dan fiets ik door naar de volgende en kom later terug. Het blijkt te werken, de hele dag heb ik maar weinig mensen die met mij dezelfde tempel komen bekijken. Zelfs Ankor Wat, de grote en bekendste tempel is net na de middag bijna uitgestorven. Grote favoriet van mij is echter al meteen Ta Prohm, de eerste tempel waar ik voet in zet. Dit is een middelgroot tempelcomplex dat flink is overgenomen door de natuur. Bovenop de tempelgebouwen groeien enorme bomen. Wortels die de stenen langzaamaan hebben overgenomen en nu een gezamenlijke eenheid lijken te vormen met de muren komen overal terug. Het is een magisch gezicht, als uit een sprookje. Loop er zonder probleem meer dan een uur rond. Vlak naast het complex, op een rustig stuk weg, kom ik nog een deel van een tempel tegen dat op de foto moet. Vlakbij staat een dame met haar kraampje met drinken en ze roept me. Er liggen kokosnoten, van die enorme grote groene exemplaren. We maken een praatje en voor een dollar hakt ze een kokosnoot voor me open. Zeker een halve liter vers en fris kokoswater slurp ik op met mijn rietje. Knap terstond op en de hitte is even volledig vergeten. Ondertussen kletsen we een beetje en lachen om de buurman die wat moeite heeft om met zijn fiets vooruit te komen. Onder de bomen is het hier standaard vrij koel en aangenaam en als je eenmaal gaat zitten, dan is het toch weer lastig om in beweging te komen. Gelukkig krijg ik een fris windje mee op de fiets. De locals die hier komen kijken gaan ook graag picknicken onder de bomen op een meegenomen rieten of kunststof mat. Hele gezinnen zie ik zitten met allemaal meegenomen of vlakbij gekocht lekkers. Soms met de muziek aan in de auto voor de sfeer. Ed Sheeran schalt ineens tussen de tempelcomplexen door, het liedje blijft vervolgens de hele dag in mijn hoofd zitten. In de loop van de middagdag rij ik terug naar het hotel via een andere route. Deze weg is veel meer beschut en een stuk rustiger qua verkeer. Onderweg wordt er nog een keer een kokosnoot voor me open gehakt want dorstig. Bij het hotel aangekomen kleed ik me gauw om en neem een duik in het heerlijke koele water van het zwembad. Er zit nauwelijks chloor in en omdat het veelal in de schaduw ligt is het een verfrissend bad na een vermoeiende dag. Zeker 6 uur in de weer geweest en meer dan 30 kilometer gefietst en gewandeld. Krijg na mijn zwemparadijs zowaar een bordje met vers fruit toegereikt. Compliments of the boss, enjoy your stay. Dit alles bevalt me wel erg goed dus ik boek meteen nog een nachtje vast aan mijn verblijf hier zodat ik morgen nog een dag op de fiets op pad kan en daarna kan bijkomen. Hierna is het even klaar met cultuur en wil ik terug naar de kust. Ben er nog niet helemaal uit waar ik heen wil en wat handig is. Heb geen zeeën van tijd meer, maar wil nog wel naar een vrij afgelegen eiland om te gaan duiken. Misschien eerst naar een ander eiland voor wat zee voordat ik die reis maak. Ga de gok wagen op een nachtbus met bed, kijken of dat een beetje te doen is. De route wordt snel aangepast op het blog zodra de bestemmingen bekend zijn.

Foto’s