Bangkok

2 februari 2023 - Bangkok, Thailand

Na twee dagen niets doen in Nai Yang, is het hoogste tijd om weer een beetje in beweging te komen. Nee, ik heb niet helemaal niets gedaan, iedere dag braaf een uur of twee gewandeld, goede massage gehad, zelf wat te eten in elkaar geknutseld. Maar het zijn niet bepaald actieve dagen geweest. Ik loop nog een laatste keer naar het dorp en terug en pak mijn spullen om richting vliegveld te gaan. Binnenlandse vlucht naar Bangkok. Waarom? Omdat een beetje cultuur me goed zal doen na dik drie weken zon-zee-strand-duiken. Zal wel even wennen zijn verwacht ik, ben de rust goed gewend en vond het op Phuket eiland al erg druk, ook al zat ik in een redelijk rustig en gemoedelijk dorpje. Wat me hier is opgevallen is dat er enorm veel Russen verblijven, ook nu ondanks de oorlog. Veel restaurants hebben de kaart al standaard in drie talen staan: Thais, Engels en Russisch. Hoor ook veel gesprekken op straat uit die hoek komen. Wordt nog regelmatig uitgescholden voor rotte vis in het Russisch, omdat ik niet opzij stap voor hen op de smalle stoep. Kan ook iets anders smerigs zijn dat ze roepen, versta er natuurlijk geen donder van. Maar de boodschap kan ik wel raden. Doe net of het niet tegen mij is gericht en loop glimlachend door. de Thai hier zijn gelukkig wel nog in goede doen en krijg regelmatig een glimlach terug.

Op het vliegveld ben ik maar wat blij dat ik wat extra lagen heb aangetrokken voor de reis, het is er steenkoud van de airconditioning die overal volop draait op standje “je moet je thuis voelen, het is thuis ook koud nu”. Dikke trui, legging onder de rok en dichte schoenen, dat ik zo blij zou zijn om dat aan te mogen hebben in een tropisch land. Ook de vlucht is redelijk fris voor de mensen die de strandoutfit niet in de koffer konden laten. In 5 kwartier vliegen we naar Bangkok, eitje eigenlijk. Maar over land zou het zeker 12uur in een zeer oncomfortabele bus zijn. Ben blij met mijn keuze voor het vliegtuig. Heb ook wel wat vlieguren in te halen na drie jaar nauwelijks weg te zijn geweest. Sorry milieuvrienden… Het laatste half uur is het uitzicht niet meer zo mooi door de dikke waas smog die het bijna onmogelijk maakt om te zien wat er in de baai van Bangkok gebeurd. Pattaya is bijna niet zichtbaar, evenals de voor de kust liggende tropische eilandjes en de grote vrachtschepen die van en naar de hoofdstad varen zijn maar net te onderscheiden van het water. Op het vliegveld aangekomen, iets minder steenkoud gelukkig, is het bijna anderhalf uur wachten op de koffer. Gelukkig kan ik ondertussen even checken of de studio die ik in aanvraag had inmiddels is goedgekeurd. Dat is een nee, en ik kan op geen enkele manier bericht sturen naar de host met vraag of het nog wel door kan gaan. Gelukkig via zo’n grote jongen online geboekt en met een telefoontje is mijn verzoek geannuleerd, ik had een geldige reden. Als je binnen 24uur niet kunt antwoorden, dan zoek ik wel iets anders. Tegen de tijd dat mijn koffer op de band voorbij komt, heb ik een ander simpel hotel in downtown Bangkok geboekt, vlakbij een metrostation. Zo kan ik niet alleen gemakkelijk met koffer bij het hotel komen, ik ben met een paar haltes ook zo in Chinatown of bij een van de tempelcomplexen die ik graag wil bezoeken: de Wat Pho. Kamer is klein maar schoon, met natuurlijk een AC’tje en warme douche dus ik kom de komende nachten wel door.

Na het opfrissen de buurt maar eens verkend. Blijkt een flinke markt om de hoek te zitten, veel shopping malls of convention centers met allerlei restaurantjes en koffiezaken en enorme straten vol met verkeer, ongeacht het tijdstip van de dag. Er komt een ongekende hoeveelheid aan geluiden, geuren en beweging voorbij waar ik zo te merken nog niet helemaal klaar voor ben. Toch teveel rust gewend aan het strand. Maar ik zou wel wat moeten zijn gewend ook al is dat even geleden, en in ieder geval om me aan te passen. Ik besluit een andere bril op te zetten en alles vol in mij op te nemen. Iedereen lijkt precies te weten waarheen te gaan, ondanks de onoverzichtelijke chaos waar ze zich in bevinden. Ik doe hetzelfde, met google maps in mijn hoofd als leidraad. De geuren van de uitlaatgassen zijn dominant aanwezig, vermengd met de geuren van vers eten, oud eten, walmende vuilnisbakken en stromend (riool?)water, gemixt met heet asfalt en beton, ronkende airco units en af en toe wat luchtverfrisser uit openslaande winkeldeuren. Bijna iedereen loopt steevast met een mondkapje op, volgens mij vooral ook tegen de vuile lucht. Een enorm particulier ziekenhuis om de hoek, zeker 30 etages hoog, heeft buiten op een groot bord de huidige metingen van de luchtkwaliteit buiten versus binnen staan. Binnen mooi in het groen, nagenoeg geen vervuiling. Buiten het op een na slechtste scenario, aan de Rama IV road, een van de grotere doorgaande wegen in de stad. Waarschijnlijk nog net niet de slechtste, donkerpaarse optie omdat het verkeer nog enigszins rijdt als de stoplichten op groen springen. Bij thuiskomst de neus snuiten, jawel ik heb de nodige smog en verbrande diesel binnen gekregen. Lekker… welkom in de stad! Op de terugweg eet ik iets bij een lokaal zaakje om de hoek van het hotel waar nauwelijks een toerist komt, maar het wel vol zit met Thai. De hete saus is hier ook echt brand-een-gat-in-je-maag-pittig, heerlijk!

Na een goede nachtrust besluit ik richting de Wat Pho te gaan, een tempelcomplex met het grootste met goud bedekte boedhabeeld in stervende (liggende) positie. Klaar voor Nirwana. Besluit om een halte eerder uit de metro te stappen om een ontbijtstek te zoeken. Kom uit bij een lokale koffiezaak dat ook Thais eten voor ontbijt heeft, mijn favoriet. Het heeft een heel huiselijke sfeer met onder andere een kast vol met boeken. Als hervonden boekenworm kan ik daar natuurlijk niet vanaf blijven. Kom erachter dat de National Geographic ook een Thaise uitgave heeft. De foto’s zeggen alles, maar ik kan nog geen letter lezen van die mooie kringels die zij gebruiken als schrift. Japans kookmagazine komt in mijn handen, waaruit ik ondanks het gebrek aan kunnen lezen toch wat inspiratie opdoe voor thuis. Ondertussen krijg ik heerlijk eten met rijst en een groene matcha thee voorgeschoteld. Met een volle maag loop ik de straat af richting de Wat Pho. Complex zelf is behoorlijk groot, met allemaal prachtige gebouwen, binnenplaatsen, torens bedekt met mozaïek en verschillende beelden. Ondanks de hitte van de stad weet ik hier bijna twee uur rond te struinen, steeds weer iets moois ontdekkend. Gebruik sinds lange tijd mijn camera weer, blij dat ik hem heb meegenomen om wat fatsoenlijke foto’s te schieten. Natuurlijk ook eea met de telefoon gemaakt zodat ik die alvast met jullie kan delen. Het liggende beeld is indrukwekkend, enorm groot met gigantische voetzolen die prachtig ingelegd zijn met schelp in allerlei beelden van Buddha, dieren of tempels. De tenen hebben ingelegde figuren in de vorm van vingerafdrukken. De tevreden serene blik van het beeld maakt dat ik me opnieuw bedenk dat het oké is dat alles een keer moet eindigen om ruimte te kunnen maken voor iets nieuws. Dus doodgaan zou eigenlijk helemaal niet erg hoeven zijn, de glimlach is dan ook in mijn ogen zeer terecht. Als ik terugkijk naar het afgelopen jaar en deze gedachte hierop reflecteer, dan heb ik dit principe bewust en onbewust best veel toegepast. Heb redelijk veel beëindigd wat niet lekker liep en heb er voor bijna alles iets nieuws voor in de plaats gekregen waar ik erg blij van wordt. Die blijheid blijk ik goed uit te stralen, krijg regelmatig van mensen te horen dat ik ze aansteek met positiviteit. Dat is het mooiste compliment dat ik momenteel kan krijgen, en het geeft nog meer motivatie om door te gaan met wat ik aan het doen ben met mijn tijd. Vooruitgang ten top. Ga vanmiddag op zoek naar een plek om een paar dagen door te brengen waar ik de tijd kan nemen om een begin te maken met te kijken naar wat ik zoal kan gaan doen als ik weer thuis ben. Hoeft niet meteen iets uit te komen, als ik maar een begin maak. Met een even serene blik als Buddha verlaat ik het terrein.

In het park aan de overkant heb ik de grootste lol met de enorme troep kraaien die hier resideert. Ze maken hels kabaal, dat ver bovenuit het voorbij razende verkeer komt. Ze zijn groot, zwart en absoluut niet bang voor mensen. Ga op een bankje zitten en volg ze een tijdje. Sommige klinken een beetje schor, andere hebben de baard in de keel met gekra dat heel hoog en schel eindigt. En af en toe is het wedstrijd wie het hardste kan kraaien. Aan het einde van het park is een openbare gym, met 80-90s muziek aan en allemaal behoorlijk afgetrainde Thaise mannen in de weer in de verzengende stadshitte. Het maakt ze allemaal niet uit dat het niet uit te houden is, je kunt hier gratis sporten, en ze maken er een gezellige boel van samen. Het beetje frisse lucht van het groen om me heen doet me goed. Ik vervolg mijn weg richting Chinatown, onderweg nog een tempel tegenkomend waar zich ook wat (helaas niet toegankelijke) Koninklijke graven bevinden. Wel mooi gebouw aan de buitenkant, ook deze is vol met mozaïek. En er lopen twee jonge monniken rond, elkaar fotograferend als ieder andere toerist zou doen. Aan het einde van de straat loop ik een van de grootste Chinese wijken ter wereld in. Besluit van de hoofdstraat af te gaan en een wat kleinere doorgaande straat in te lopen. Bingo, deze zit stampvol met kraampjes, goudwinkels, tuktuks en er lopen locals met de armen vol tassen met lekkers en spullen. De gemoedelijkheid is bijna voelbaar, ondanks de drukte. Mensen houden rekening met elkaar, gaan voor elkaar opzij en je wordt niet steeds aangesproken om iets te kopen. Iedereen mag dat lekker zelf bepalen, kijk gerust even of er iets van je gading bij zit. Helaas heeft de vermoeidheid van bijna 6uur non stop op de been zijn zijn intrede gedaan, dus ik loop rustig richting de metro om terug naar het hotel te gaan. Maar wel met de gedachte om straks, als de zon achter de gebouwen verdwijnt, weer fris en wakker terug te komen om heerlijk te gaan eten en eens te kijken of er een mooie gouden ring met mijn naam erop ligt. Het meeste goud hier is 23 karaats en iets geler dan het goud dan wat wij gewend zijn. Echter valt het me nog best mee qua kitscherigheid en zag hier en daar ook mooie opalen en andere edelstenen in gouden ringen zonder allemaal glinsterende diamantjes er omheen.

Morgenochtend vertrek ik uit Bangkok, een mens kan maar zoveel drukte aan. Verdwijn echter niet in een hutje op de hei, maar pak de trein richting Ayutthaya, een van de oudste steden uit het land met een prachtig groot park vol met tempels en oude restanten. Gezellige drukte wordt in het vooruitzicht gezet, en veel lekker eten op verschillende markten maar het zal allemaal iets minder heftig zijn dan in de grote stad. Ben ondertussen ook aan het bedenken wat ik daarna wil doen. Er zou een prachtig NP zijn onder Hua Hin, misschien dat ik daar met de trein heen kan gaan, als een rustige tussenstop voordat ik richting Maleisië afreis. Wordt vervolgd.

Foto’s